Titeren bij de hond en kat 

“Titeren bij de hond en kat” is geschreven door Wietske Scholten

Wietske is al meer dan 7 jaar dierenarts voor gezelschapsdieren. Met veel passie en liefde heeft ze het leven van duizenden huisdieren verbeterd. Nu wil ze haar kennis graag delen met alle baasjes van Nederland en België, zodat het leven van hun hond, kat of konijn nog leuker en beter word. Heb je vragen over de gezondheid of gedrag van je huisdier? Boek een consult met de dierenarts in via de website om betrouwbaar, betaalbaar en goed advies te krijgen voor jouw huisdier.

Inleiding

De laatste jaren is een forse stijging te zien van het aantal huisdieren in Nederland. Veel honden en katten worden uit het buitenland gehaald, waarbij ze een tweede kans krijgen. Een mooi initiatief, maar helaas zijn veel dieren niet goed gevaccineerd. Dit heeft de laatste maanden gezorgd voor een forse stijging van honden en katten met het besmettelijke parvovirus. Het parvovirus zorgt voor ernstige symptomen, zoals bloederige diarree, koorts, sloomheid en zelfs sterfte. Het is daarom erg belangrijk om je huisdier te vaccineren. Zo maak je de kans zo klein mogelijk op een besmetting. Titeren is een goede manier om te bepalen of je hond of kat goed is beschermd tegen deze ziekte.

Inhoudsopgave ‘Titeren bij de hond en kat’

1. Wat is titeren?
2. Wanneer is titeren nodig?
3. Nadelen van titeren
4. Hoe werkt de Vaccicheck?
5. Conclusie

Wat is titeren?

Titeren is een relatief nieuwe term in de wereld van onze huisdieren. Door middel van titeren is het mogelijk om huisdieren op maat te vaccineren. Dat betekent dat je hond of kat alleen wordt gevaccineerd indien er sprake is van te weinig antistoffen tegen bepaalde ziektes. Titeren wordt meestal uitgevoerd met behulp van de zogenaamde VacciCheck. De VacciCheck onderzoekt het aantal antistoffen in het bloed van je hond of kat. Dit onderzoek geeft aan in hoeverre je huisdier wordt beschermd tegen bepaalde ziektes.

De vaccicheck werkt alleen voor:

HOND

• Besmettelijke leverziekte (canine adenovirus 1 of 2)
• Parvo (parvovirus)
• Distemper = hondenziekte (canine distemper virus)
• Rabiës = hondsdolheid

NB: de Vaccicheck werkt NIET voor het bepalen van antistoffen tegen de ziekte van weil of besmettelijke hondenhoest!

KAT

• Kattenziekte = Panleukopenie (feline parvo virus)
• Niesziekte (feline herpes virus)
• Niesziekte (feline calici virus)

NB: de Vaccicheck is helaas (nog) niet betrouwbaar genoeg voor niesziekte.

Figuur 1: Jip is net bij de dierenarts geweest voor een titerbepaling. Hij heeft het heel goed gedaan. Dan is het nu lekker tijd voor een wandeling in het bos!

Wanneer is titeren nodig?

Er zijn verschillende redenen waarom je ervoor kunt kiezen om je hond of kat te titeren. Enkele redenen zijn:

• Je wilt het juiste moment van vaccineren bepalen
• Je wilt checken of je hond/kat voldoende antistoffen heeft.
• Je hond of kat heeft in het verleden een allergische reactie gehad. Je wilt de kans hierop in de toekomst verkleiner.
• Je hond of kat komt uit het buitenland en je weet niet of hij/zij ooit gevaccineerd is geweest
• Je hond of kat heeft een onderliggende ziekte (bijvoorbeeld auto-immuunziekte, epilepsie of een allergie)

Nadelen van titeren

In Nederland vaccineren we honden tegen: de ziekte van weil (leptospirose), besmettelijke leverziekte, parvovirus en hondenziekte. Daarnaast is een optionele inenting tegen hondsdolheid (rabiës) of besmettelijke hondenhoest (kennelhoest) mogelijk.

De inenting bij de hond tegen de ziekte van weil en besmettelijke hondenhoest vindt jaarlijks plaats. De inenting tegen de andere ziektes werken gemiddeld drie jaar. Titeren is ALLEEN mogelijk voor besmettelijke leverziekte, hondenziekte, parvovirus en hondsdolheid. Het is dus NIET mogelijk voor de ziekte van weil of besmettelijke hondenhoest. Het advies blijft dus wel om je kat jaarlijks te vaccineren tegen deze twee ziektes. De Vaccicheck wordt ingezet om te bepalen of het ook noodzakelijk is om je hond te vaccineren tegen besmettelijke leverziekte, het parvovirus of hondenziekte.

Inmiddels is het ook mogelijk om katten te titeren. De Vaccicheck bij de kat is WEL betrouwbaar tegen kattenziekte, maar helaas NIET tegen niesziekte. Niet alle dierenartsenpraktijken hebben de Vaccicheck voor de kat in huis. Informeer dus van tevoren goed of dit onderzoek bij jouw dierenarts mogelijk is.

Hoe werkt de vaccicheck?

Tijdens een consult bij de dierenarts wordt een klein beetje bloed bij je hond of kat afgenomen. Vervolgens wordt de Vaccicheck uitgevoerd. De uitslag is vaak snel bekend. De uitslag geeft een bepaalde waarde weer. Deze waarde wordt vertaald naar het aantal antistoffen in het bloed van je huisdier. Afhankelijk van het aantal antistoffen geeft de dierenarts een advies over hoe lang jouw hond of kat nog is beschermd.

Indien je hond of kat voldoende antistoffen heeft, mag de Vaccicheck na één tot drie jaar herhaald te worden. De duur hangt af van het aantal antistoffen. Hoe meer antistoffen, des te later de Vaccicheck herhaald hoeft te worden. In het geval van puppy’s wordt de Vaccicheck gebruikt om het juiste moment van vaccinatie te bepalen. Bij een positieve uitslag (dus voldoende antistoffen) wordt de test na drie weken herhaald.

NB: Pups krijgen tijdens het drinken van de moedermelk antistoffen mee. Deze antistoffen werken gedurende enkele weken. Zij beschermen de pups tegen bepaalde ziektes. Deze antistoffen werken kort, waarna de pup zelf antistoffen (afweer) moet gaan maken. Het moment waarop er geen antistoffen meer in het bloed van de pup vindbaar zijn, is het juiste moment van vaccineren. Met behulp van de Vaccicheck is het mogelijk om het juiste moment inzichtelijk te maken. Indien je geen gebruik maakt van de Vaccicheck wordt het standaard vaccinatieschema voor pups gehanteerd (vaccinatie op een leeftijd van 6, 9, 12 weken).

Figuur 2: de Vaccicheck meet de hoeveelheid antistoffen in het bloed van je hond of kat.